Uw Overlijdens­risico­verzekering

Geef uw aanpassingen makkelijk door

Veranderde uw persoonlijke situatie na het afsluiten van uw Overlijdens­risico­verzekering? Bent u bijvoorbeeld verhuisd? Of veranderden uw inkomsten en uitgaven? Dan kan het verstandig zijn om uw verzekering aan te passen.

Kijk regelmatig of uw verzekering nog bij u past

U heeft uw verzekering afgesloten met een bepaald doel. Bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat uw nabestaanden de huur of de hypotheek kunnen blijven betalen. Of om de studie van de kinderen te betalen. Het is belangrijk dat u regelmatig kijkt of uw verzekering hier nog bij aansluit. In de loop van de tijd kan er veel veranderen.

Wanneer is het verstandig uw verzekering aan te passen?

Bent u verhuisd? Of zijn uw inkomsten en uitgaven veranderd? Dan kan het verstandig zijn om uw overlijdensrisicoverzekering aan te passen. Hieronder leest u aan welke situaties u nog meer kunt denken. En wat dit kan betekenen voor uw verzekering.

U heeft een nieuwe woning gekocht. Of u huurt een nieuwe woning. Dat heeft invloed op uw vaste lasten of vermogen.

Stel uzelf eens deze vragen:
  • Hoeveel schuld blijft er over als u of uw partner vroegtijdig overlijdt? En kan uw partner de hypotheeklasten nog betalen?
  • Hoe hoog is uw huur? Kan uw partner deze nog betalen als uw inkomen wegvalt?
  • Is de ORV nog nodig voor de hypotheek? Misschien zijn er andere redenen om de ORV te houden. Zodat bijvoorbeeld de studie voor uw kinderen betaald kan worden als u overlijdt.

Voorbeelden:
Alisha (33) en Juan zijn verhuisd en wonen nu buiten de stad. Het is er veiliger voor hun kinderen én de huur is lager. Ze hebben uitgezocht wat voor bedrag de ORV moet uitkeren als één van hen overlijdt. Ze hebben daarom het verzekerd bedrag verlaagd.

Walter (60) is weduwnaar en zijn kinderen zijn uit huis. Hij heeft minder ruimte nodig. Daarom verkocht hij zijn huis en huurt nu een waterwoning. Als hij overlijdt, hoeven zijn kinderen geen hypotheekschuld af te lossen. Daarom heeft hij zijn ORV opgezegd.

Tip: Geef zo snel mogelijk uw nieuwe adres aan ons door. Dit doet u eenvoudig online via Mijn Centraal Beheer.

Stel uzelf eens deze vragen:
  • Heb ik bij mijn oude werkgever een nabestaandenpensioen? En heb ik die ook bij mijn nieuwe werkgever?
  • Is het nabestaandenpensioen niet voldoende? Kijk dan of u uw ORV moet aanpassen.

Voorbeelden:
Julie (38) heeft een nieuwe baan met een hoger salaris. Maar omdat ze niet meer mee kan doen met de pensioenregeling van haar oude werkgever, is er bij overlijden geen nabestaandenpensioen. Daarom heeft ze het verzekerd bedrag op haar ORV verhoogd. Zo hoeven haar nabestaanden zich geen financiële zorgen te maken als ze overlijdt.

Pieter (40) begon voor zichzelf. Bij zijn oude werkgever had hij een nabestaandenpensioen. Waarbij zijn vrouw een uitkering kreeg als hij overlijdt. Nu hij voor zichzelf werkt, moet hij zelf een uitkering voor zijn nabestaanden regelen. Hij sloot jaren geleden een ORV om de hypotheek af te lossen als hij overlijdt. Hij heeft het verzekerd bedrag op deze ORV verhoogd. Zodat niet alleen de hypotheek wordt afgelost. Maar dat er ook een bedrag wordt uitgekeerd aan zijn vrouw. Zodat zijn vrouw niet achterblijft met financiële zorgen als hij overlijdt.

Ton (57) gaat naar verwachting over 10 jaar met pensioen. Hij heeft nu een goed inkomen. Fijn, want daarmee kan hij de komende 10 jaar elk jaar geld schenken aan zijn kinderen. Maar wat als hij voor zijn 67ste overlijdt? Dan kan hij niets schenken. Daarom heeft Ton de looptijd van zijn ORV verlengd tot zijn 67ste jaar. Zodat zijn kinderen eenmalig een bedrag krijgen als hij overlijdt.

Als u kinderen krijgt, bent u niet meer alleen verantwoordelijk voor uzelf. U wilt uw kinderen goed achterlaten als u overlijdt.

Stel uzelf eens deze vragen:

  • Is er voldoende inkomen voor het gezin als één van u overlijdt?
  • Moet de overblijvende partner dan fulltime werken om rond te komen? Terwijl uw partner juist dan meer bij het gezin wil zijn.
  • Welke lasten verwacht u in de toekomst? Denk onder andere aan kinderopvang, school, vakantie of een kind dat gaat studeren.

Voorbeeld:
Imane (29) en haar vriend Sami kregen een dochter Eva. Zij werken beiden parttime om voor Eva te zorgen. Wat gebeurt er als één van hen overlijdt? Is er dan nog voldoende inkomen? Kan één van hun beide voor Eva zorgen? Of moet die bijvoorbeeld minder gaan werken? Of is er meer kinderopvang nodig? Imane en Sami hebben daarom het verzekerd bedrag van hun ORV die ze bij de hypotheek afsloten verhoogd. Dan hoeven zij zich daarover geen zorgen te maken.

Een huwelijk of een scheiding heeft grote invloed op uw gezinssituatie.

Stel uzelf eens deze vragen:

  • De persoon die de uitkering krijgt, noemen we de begunstigde. Is de begunstigde die op uw polis staat nog steeds juist?
  • Als u uit elkaar gaat, kunnen de kosten voor de kinderen dan worden betaald als één van jullie overlijdt?
  • Past het verzekerd bedrag nog bij uw nieuwe woonsituatie?

Voorbeelden:
Anna en Peter (40) gaan uit elkaar. Ze hebben allebei een eigen overlijdens­risico­verzekering. Peter blijft in het huis wonen en koopt Anna uit. Omdat zijn schuld hoger wordt, verhoogt hij het verzekerd bedrag van zijn ORV. Anna besluit het bedrag van haar ORV te verlagen, omdat ze geen hypotheek­schuld meer heeft. Zo krijgen haar kinderen toch een uitkering, mocht zij komen te overlijden. 

Anna krijgt straks alimentatie van Peter. Als Peter overlijdt, stopt de alimentatie. En de zorg voor de kinderen gaat door. Samen spreken ze af dat er op het leven van Peter een ORV wordt bijgesloten, waarvan Anna de verzekering­nemer en begunstigde is. Zo kunnen de kosten voor de zorg van de kinderen betaald worden als Peter overlijdt.

Roos en Marley hebben een samengesteld gezin. Elk hebben ze 2 kinderen uit een eerder huwelijk. Ze zijn niet getrouwd. Marley heeft nog een overlijdens­risico­verzekering waar hij zelf op verzekerd is voor een bedrag van € 150.000,-. Marley is zelf de verzekeringnemer. Deze overlijdensrisicoverzekering heeft hij ooit samen met zijn ex-vrouw afgesloten. Na de scheiding heeft hij de polis meegenomen. De volgorde van de begunstiging (uitkering) op zijn overlijdensrisicoverzekering was:

 

  1. Echtgeno(o)t(e) van verzekeringnemer
  2. Kinderen van verzekeringnemer
  3. Erfgenamen van verzekeringnemer

Marley heeft de begunstiging nooit aangepast. Dit is dus ook de begunstiging zoals die op zijn polis staat. Marley wil graag dat Roos de uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering krijgt als hij overlijdt. Als Marley overlijdt, krijgt zijn nieuwe partner géén uitkering. De uitkering gaat naar zijn kinderen. Omdat er geen echtgeno(o)t(e) is. Ze zijn tenslotte niet getrouwd. Hij verandert de begunstiging daarom in:

  1. Roos
  2. Kinderen van verzekeringnemer
  3. Erfgenamen van verzekeringnemer

Als Marley overlijdt, krijgt Roos de uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering.

Freek en Hans gaan scheiden. Zij hebben 1 overlijdens­risico­verzekering waarop ze allebei verzekerd zijn. Freek is de verzekering­nemer en besluit de verzekering aan te passen. Hij laat de verzekering op zijn eigen leven doorlopen. Hans gaat als verzekerde van de polis af. Wil Hans een nieuwe overlijdens­risico­verzekering op zijn leven afsluiten? Dan wordt zijn gezondheid opnieuw beoordeeld. 

U sloot de overlijdensrisicoverzekering af om bij een overlijden de hypotheek af te lossen. Als u uw hypotheek (voor een deel) aflost, kan het zijn dat de overlijdensrisicoverzekering niet meer nodig is. Maar heeft u die ook echt niet meer nodig?

Stel uzelf eens de volgende vragen:

  • Is er een ander doel waarvoor u de overlijdensrisicoverzekering kan gebruiken?
    Bijvoorbeeld het betalen van de studie van uw kinderen als u er niet meer bent. Of misschien wilt u dat uw achterblijvende partner minder kan gaan werken na uw overlijden. Om het leven weer op de rit te krijgen. Dan kan een uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering nog steeds een fijne aanvulling zijn.
  • Lost u een deel van uw hypotheek af? Dan kunt u erover nadenken om het verzekerd bedrag op de overlijdensrisicoverzekering te verlagen. Het is belangrijk om dan te weten welk bedrag u met de uitkering van de overlijdensrisicoverzekering wilt aflossen van uw hypotheek.

Belangrijk om te weten: Besluit u om uw verzekering op te zeggen? En wilt u later weer een nieuwe overlijdensrisicoverzekering afsluiten? Dan beoordelen we de gezondheid van de verzekerde opnieuw. We vragen dan om een nieuwe gezondheidsverklaring.

Voorbeeld:
Sophie en Erik hebben een hypotheek van € 250.000,- Toen ze de hypotheek afsloten, hebben ze op elk leven een overlijdensrisicoverzekering afgesloten van € 200.000,-. Ze krijgen een bedrag uit een erfenis. En willen hiermee een deel van hun hypotheek aflossen. Het bedrag dat ze aflossen is € 75.000,-. Ze besluiten om het verzekerd bedrag op de overlijdensrisicoverzekering niet aan te passen. Ze hebben inmiddels 2 kinderen. Mocht Sophie of Erik overlijden, dan kan de uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering gebruikt worden om de studie van de kinderen te blijven betalen.

 

Soms hebben wij toestemming van de pandhouder nodig

Is uw overlijdens­risico­verzekering verpand? Als dat zo is, leest u op het wijzigingsformulier of u toestemming nodig heeft van de pandhouder. Wij hebben meestal schriftelijke toestemming nodig van de pandhouder als u:

  • het verzekerd bedrag wilt verlagen.
  • de vorm aan wilt passen.
  • de looptijd van de verzekering korter wilt maken.
  • het annuïteiten­percentage verandert.

Uw persoonlijke gegevens aanpassen

Uw persoonlijke gegevens kunt u bekijken en wijzigen via Mijn Centraal Beheer. Heeft u nog geen toegang tot Mijn Centraal Beheer? Dat is zo geregeld.