Gemengd economisch beeld
De economische data die afgelopen maand gepubliceerd werd lieten een gemengd beeld zien. De vooruitzichten voor de Verenigde Staten zijn verslechterd. Dit komt vooral door de sterk gestegen rente in de Verenigde Staten waardoor de economie afkoelt. In de Eurozone is de groei laag, maar neemt het optimisme onder inkoopmanagers toe. Dit optimisme wordt gemeten via de zogeheten PMI (Purchasing Manager’s Index) of terwijl de inkoopmanagersindex. Dit is een belangrijke graadmeter voor de economie.
IMF somber over de wereldeconomie
Het IMF ziet de nabije toekomst somber in. De verwachte groei van de wereldeconomie zwakt af van een groeipercentage van 3,4% in 2022 naar 2,8% in 2023. Vooral de westerse landen zien de vooruitzichten verslechteren. De groeiverwachting daalt daar van 2,7% naar 1,3%. Er is grote onzekerheid door de hoge inflatie, onrust in het financieel systeem en geopolitieke spanningen. Door de fragmentatie van de wereldeconomie in elkaar beconcurrerende blokken, verwacht het IMF dat de wereld een langere periode met lage groei tegemoet gaat.
Inflatiezorgen nog niet verdwenen
De Amerikaanse en eurozone inflatie dalen door lagere energieprijzen en basiseffecten (basiseffecten ontstaan doordat er wordt vergeleken met de prijzen van een jaar geleden en die prijzen waren al sterk gestegen). Onderliggend blijft de kerninflatie (inflatie exclusief voedsel en energieprijzen) echter hardnekkig hoog. Vooral door oplopende prijzen in de dienstensector. Zowel in de eurozone als de Verenigde Staten ligt de kerninflatie met respectievelijk 5,7% en 5,6% ver boven de inflatiedoelstelling. De Fed en ECB hameren daarom op het belang van inflatiebestrijding.