Je hebt met de verkoper overeenstemming bereikt over de prijs van het huis. Je tekent het voorlopige koopcontract. Het is gebruikelijk dat de verkoper een waarborgsom vraagt van 10% van de koopprijs. Dit geeft de verkoper meer zekerheid over de verkoop van zijn woning. De verkoper ontvangt dit geld nog niet, dit wordt tijdelijk gestort op de rekening van de notaris.
Een bankgarantie is 1 van de manieren om aan de waarborgsom te voldoen
In het koopcontract spreek je af wanneer de waarborgsom geregeld moet zijn. Je kunt de waarborgsom op 2 manieren regelen:
- Je stort 10% van de koopsom naar de notaris (dit krijg je na de overdracht weer terug).
- Je regelt een bankgarantie.
Met een bankgarantie verklaart de bank dat ze garant staan voor de waarborg. Je betaalt de bank voor deze service.
Als de koop door gaat
Na de officiële overdracht van je huis krijg je een afrekening van de notaris. Daar staan ook de kosten voor de bankgarantie op. De notaris verrekent dit met de partij die de garantie stelde.
Als de koop niet door gaat
Gaat de koop van het huis door je schuld niet door, dan mag de verkopende partij onder voorwaarden de waarborgsom opeisen. Heb je een bankgarantie, dan betaalt de partij die de garantie stelde dit bedrag uit aan de verkopende partij. Je hebt dan een schuld bij die partij.
Of je de aanbetaling echt moet betalen hangt af van de
ontbindende voorwaarden die je in het voorlopige koopcontract hebt afgesproken. De meest gebruikelijke ontbindende voorwaarde is ‘voorbehoud van financiering’: krijg je de financiering niet rond en is de datum ontbindende voorwaarden niet verstreken dan hoef je de aanbetaling in principe niet te betalen.