Heeft u ‘ja’ gezegd tegen zonnepanelen? Top! Dan heeft u waarschijnlijk al een keuze gemaakt voor het aantal en type zonnepanelen en de omvormer. Vergeet ook de aanpassingen in uw meterkast niet. Uw meterkast verdeelt de opgewekte energie over de apparaten in uw huis. En levert de teveel opgewekte energie terug aan het net. Dat noemen we salderen. Belangrijk dus om te kijken of uw meterkast geschikt is voor uw zonnepanelen.
Een kijkje in de meterkast is altijd nodig als u zonnepanelen laat plaatsen. De installateur doet dat als hij bekijkt hoe de kabels het beste kunnen lopen. En wat de beste plek is voor de omvormer. De installateur weet waar hij op moet letten en kan u vertellen of en welke aanpassingen gedaan moeten worden.
De kabel van de omvormer wordt altijd op een vrije groep in uw meterkast aangesloten. Dit is nodig om te voorkomen dat er teveel stroom over de kabel loopt. Door apparaten die veel stroom verbruiken op een aparte groep aan te sluiten, zijn ze beveiligd tegen overbelasting. Heeft u geen groep meer vrij, dan is het nodig om een extra groep aan te laten leggen.
U kunt in uw meterkast een 1-fase of 3-fasen aansluiting hebben. Oudere woningen hebben vaak een 1-fase aansluiting en nieuwe woningen een 3-fasen aansluiting. Welke aansluiting u heeft, kunt u zien aan de hoeveelheid volt die in uw meterkast staat aangegeven. 220/230V betekent een 1-fase aansluiting. 380/400V betekent een 3-fase aansluiting. Vaak staat de aansluiting ook op de jaarrekening van uw energieleverancier. Met een 3-fasen aansluiting kunt u meer stroom opwekken. Heeft u meer zonnepanelen nodig? Dan kan het nodig zijn om uw meterkast te laten verzwaren. Dit kan uw netwerkbeheerder doen.
