Een onderhoudsvriendelijk huis: tips van Joyce

De een is regelmatig te vinden op de klusladder. De ander houdt na een drukke werkdag liever een lekker drankje vast dan een hamer. Past dit laatste wel bij jou? Lees Joyce’ tips voor een onderhoudsvriendelijk huis.
Voor klussen hebben we geen tijd én geen zin. We kiezen bij alles wat we doen voor zo onderhoudsvriendelijk mogelijk

Geen klussers

Sinds de coronacrisis wordt er flink geklust in de Nederlandse huizen. De rommelkamer werd omgetoverd tot kantoor. En nu we vaker thuis zijn, ontstaan er vanzelf wensen voor een mooier of prettiger huis. Zo ook bij Joyce. ‘Door de huidige woningmarkt is het lastig om een nieuwe woning te vinden. En, eerlijk is eerlijk, vanwege onze rommelzolder zie ik ook op tegen een verhuizing. Daarom kiezen we ervoor onze woning op te leuken en goed bij te houden. We zijn alleen niet van die klussers. Mijn man en ik werken fulltime en we hebben 3 jonge kinderen. Voor klussen hebben we geen tijd én geen zin. We besteden het meeste dan ook uit. En we kiezen bij alles wat we doen voor zo onderhoudsvriendelijk mogelijk', vertelt Joyce.

Steeds meer gebreken

Het gezin woont in Breda in een wijk uit 1996. Ze kochten het huis in 2007, toen ze graag wat ruimer wilden wonen. Joyce: ‘Ik vond een jaren 30-woning altijd prachtig. Maar we zagen het niet zitten om veel te moeten klussen. Daarom kozen we voor deze woning. Aan de buitenkant is het huis misschien geen plaatje. Maar binnen is het ruim én we hebben een fijne tuin. Toen we het huis kochten was het nog redelijk nieuw. We legden alleen een nieuwe vloer, schilderden de muren en we vernieuwden de badkamer. Maar nu, bijna 15 jaar later, ontstaan er steeds meer gebreken.’

Lawaaibomen hout

Een van de eerste dingen die het stel aanpakte, was de houten serre. ‘De serre was niet van het beste hout gemaakt en daardoor een tochtgat. We vervingen de serre door een stenen aanbouw met lichtstraat. Niet alleen beter voor ons energieverbruik, maar ook onderhoudsarm', licht Joyce toe. Ook kunststof kozijnen stonden op hun verlanglijstje. ‘Ons huis ligt op het zuiden en heeft daardoor veel te lijden van de zon. Vandaar dat we kozen voor kunststof kozijnen en een kunststof dakkapel. Niemand hoeft meer het dak op om te schuren en te schilderen. En kunststof kozijnen gaan lang mee. Ze zijn dus erg onderhoudsvriendelijk. Kies bij voorkeur voor kunststof kozijnen met een VKG keurmerk. Deze zijn duurzaam en 100% recyclebaar', zegt Joyce.
Deze kunststof kozijnen zijn duurzaam en onderhoudsarm

Onderhoudsvrije materialen

Bij elke ingreep die ze doen, kiezen Joyce en haar man het liefst voor onderhoudsvrije materialen die lang meegaan. Maar kies je hiermee ook automatisch voor minder sfeer? Dat vindt Joyce meevallen. ‘Tegenwoordig heb je kunststof kozijnen van mooie kwaliteit. Ze lijken qua uitstraling veel op hout. Hetzelfde geldt voor laminaat. Een houten vloer is mooi. Maar met 3 jonge kinderen zag onze houten vloer er op een gegeven moment niet meer uit. Een houten vloer is niet krasvast. Als je knoeit blijf je vlekken zien. En je moet hem regelmatig oliën. We kozen daarom voor vloeren van laminaat met een mooie ‘hout-look’. Ook renoveerden we de trap met laminaat. Je ziet er niks meer op. Erg praktisch en het ziet er netjes uit.’

Woonwensen

Voor de nabije toekomst heeft het stel nog een aantal wensen. ‘De verf van de binnendeuren bladdert af. Ik kan ze wel opnieuw schilderen, maar dan hebben we over een paar jaar hetzelfde verhaal. We willen ze dan ook vervangen door stalen deuren. Die blijven een stuk langer mooi. Ook moeten we beneden de muren opnieuw stuken.’ En dan zijn er nog de dingen die niet per se moeten, maar waar ze wel blij van worden. ‘De woonkamer en keuken willen we graag meer tot 1 geheel maken. Daarvoor schakelen we een interieurspecialist in. Een verbouwing is toch een investering en dan willen we wel dat een specialist er goed naar kijkt. Verder willen we graag buiten een overkapping met sauna maken. En de kinderen vragen regelmatig wanneer 1 van hen een kamer krijgt op zolder. Dus ik ben bang dat ik binnenkort toch een keer moet gaan opruimen.’