riool werkzaamheden

Wie is verantwoordelijk voor een verstopping in de riolering?

Artikel 6:174, 6:162 en 5:20 Burgerlijk Wetboek
18 dec 2023 3 minuten

Jurisprudentie

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 18 juni 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2172 HR 28 oktober 1994, NJ 1995/96; Rb 's-Hertogenbosch 15 juni 1990, rolnummer 562/89 Mondelinge uitspraak Geschillencommissie Kifid nr. 2023-0299 

Uitwerking

Een riolering kan verstopt raken. Door deze verstopping stroomt (riool)water terug met schade als gevolg. Soms is de rioolbeheerder voor deze schade aansprakelijk. Het is van belang om uit te zoeken waar de verstopping zich bevindt en waardoor deze is veroorzaakt. De uitkomsten van dit onderzoek spelen een grote rol bij de beoordeling van de aansprakelijkheid. 

Is de schade veroorzaakt door een gebrek aan het riool zelf? Dan moet de aansprakelijkheid beoordeeld worden op grond van artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het riool valt namelijk onder de definitie van een opstal. Dit betekent dat de beheerder risicoaansprakelijk kan zijn voor de gevolgschade. Of de beheerder schuld heeft aan het ontstaan van het gebrek, is bij de beoordeling van de aansprakelijkheid niet van belang. 

Dit betekent niet dat de rioolbeheerder altijd aansprakelijk is voor de gevolgschade. Wanneer het riool voldoet aan de eisen die er redelijkerwijs aan gesteld mogen worden, maar desondanks schade ontstaat, is er geen sprake van aansprakelijkheid op grond van artikel 6:174 BW. Het water kan zijn teruggestroomd door een door een gebruiker van het riool veroorzaakte verstopping. Bijvoorbeeld een vetophoping door lozingen vanuit een bedrijfspand of restaurant. De aansprakelijkheid moet dan beoordeeld worden op grond van artikel 6:162 BW. 

Een verstopping kan een hoge druk in de leidingen veroorzaken. Niet elke riolering is bestand tegen deze (hoge) druk. De druk kan dan ook schade aan de riolering veroorzaken. Een koppeling kan gaan lekken of scheuren. Het terugstromen of uitstromen van (afval)water is dan niet veroorzaakt door een defect aan het riool, maar door de verstopping van het riool. De rioolbeheerder zal dan aangeven het riool voldeed aan de in de eisen die redelijkerwijs aan een riool gesteld kunnen worden. De schade aan het riool zelf kan worden verhaald op diegene die verantwoordelijk is voor de verstopping (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 18 juni 2019).  

De doorstroming van het riool kan ook beperkt worden door ingegroeide boomwortels. Wanneer wortels naar binnen groeien door de wand van de rioolbuis, ontstaat er een defect aan die buis. De ingegroeide wortels kunnen een verstopping in de riolering veroorzaken. De aansprakelijkheid zal dan beoordeeld moeten worden op grond van artikel 6:174 BW. Wortels kunnen alleen ingroeien als een buis poreus is geworden. 

Wanneer de boomwortels vanuit een particuliere rioolaansluiting in de gemeente riolering zijn gekomen, voldoet de gemeenteriolering wel aan de daaraan in de gegeven omstandigheden te stellen eisen. De aansprakelijkheid van de gemeente als rioolbeheerder moet dan beoordeeld worden op grond van artikel 6:162 BW. 

Als hoofdregel is de grondeigenaar ook verantwoordelijk voor de leidingen en buizen welke in de grond van haar perceel liggen. Een uitzondering geeft artikel 5:20 lid 1 BW (verticale natrekking). Bevindt een gedeelte van een huisaansluiting zich in de grond van de gemeente of andere overheid? Dan valt dit deel van het riool niet onder het eigendom van deze overheid. De eigenaar van het gebouw, waarvan de rioolaansluiting deel uitmaakt (huisaansluiting), is ook eigenaar van dit deel van het riool (horizontale natrekking: HR 28 oktober 1994, NJ 1995,96). Voor beantwoorden van de aansprakelijkheidsvraag is het nodig om te weten wie eigenaar is van de gebrekkige rioolbuis. 

Samenvatting

Wanneer u schade door uitstromend of terugstromend rioolwater lijdt is het van groot belang om de exacte locatie en oorzaak van de verstopping te achterhalen. Bij schade door wortel ingroei moet u weten waar deze wortels het riool binnen zijn gekomen. Is dit in uw eigen huisaansluiting? Dan is de publieke rioolbeheerder niet op grond van 6:174 BW aan te spreken. U draagt dan uw eigen schade of u moet kunnen aantonen dat een ander schuld heeft aan het ontstaan van de verstopping. Bij schuld van een ander kunt u die ander voor vergoeding van uw schade aanspraken.