aansprakelijkheid voor dieren

Aansprakelijkheid van de bezitter voor gedragingen van zijn dier

Artikel 6:179 BW en
Artikel 6:181 BW (bedrijfsmatige gebruikers)
20 nov 2023 3 minuten

Jurisprudentie

Hof Arnhem 11 oktober 2005, JA 2006/100, Rechtbank Utrecht 8 augustus 2007,
LJN BB1403 (hoger beroep: Hof Amsterdam 3 maart 2009, niet gepubliceerd)

Uitwerking

De bezitter van een dier is aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade, indien deze is veroorzaakt door een “eigen gedraging” van het dier. Dit artikel vestigt een risicoaansprakelijkheid voor dieren. Hierin schuilt het gevaar van de eigen energie van het dier met het daarin opgesloten onberekenbare element. Indien het onberekenbare gevaar dat schuilt in de eigen energie van het dier zich verwezenlijkt, dient de schade aldus te worden toegerekend aan de bezitter, ongeacht of hij hieraan schuld heeft. Kortom, de aansprakelijkheid komt voor risico van de bezitter.

Voor toepasselijkheid van artikel 6:179 BW is vereist, dat:

  • de schade is veroorzaakt door een eigen gedraging van het dier;
  • en het dier dus niet handelt als instrument van de persoon die hem leidt of berijdt.

Als er geen sprake is van een eigen gedraging, bijvoorbeeld omdat het dier handelt als instrument van de begeleider/berijder (bijvoorbeeld de politiehond), dan staat geen beroep op artikel 6:179 BW open, maar zal een benadeelde zich op andere regelgeving (bijvoorbeeld artikel 6:162 BW, de onrechtmatige daad, of de voorschriften uit de Ambtsinstructie voor de politie of de Politiewet in het voorbeeld van de politiehond) moeten beroepen.

De partij die zich op artikel 6:179 BW beroept dient in beginsel te stellen en te bewijzen dat de schade is aangericht door het dier. Deze partij dient zowel de eigen gedraging van het dier te bewijzen als het causale verband tussen die eigen gedraging en de schade, aldus het Hof Arnhem in bovengenoemde uitspraak.

Om tot een erkenning van aansprakelijkheid en het regelen van de schade te komen is het niet noodzakelijk dat het tot een daadwerkelijk fysiek treffen tussen het dier en een benadeelde komt. Als voorbeeld kan worden genoemd de automobilist, die voor een (losgebroken) dier moet uitwijken met schade tot gevolg.

Het artikel bevat de '' tenzij-clausule''. Hieruit volgt dat aansprakelijkheid voor de gedraging van het dier ontbreekt indien de bezitter, wanneer hij de schadeveroorzakende gedraging van het dier wel in zijn macht zou hebben gehad, op grond van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad) de aansprakelijkheid zou hebben ontbroken.

Concreet kan daarbij worden gedacht aan het bestaan van een rechtvaardigingsgrond voor de gedraging van het dier met de schade tot gevolg. Uit de jurisprudentie komt het voorbeeld van de door een benadeelde bedreigde politieagent, waarbij de politiehond zijn baas beschermde en de aanvaller beet ter afwering van uitoefening van geweld op zijn baas. Indien de politieagent de opdracht zou hebben gegeven tot bijten zou hij niet aansprakelijk zijn geweest op grond van artikel 6:162 BW. Gelet op de tenzij-clausule kan hij dan ook niet aansprakelijk zijn op grond van artikel 6:179 BW.

Samenvatting

Indien de bezitter de controle over de gedraging van zijn dier verliest, waardoor de eigen energie van het dier met het daarin schuilende onberekenbare element de ruimte krijgt, kan dit leiden tot schade. De bezitter die geen beroep kan doen op de “tenzij-formule” uit artikel 6:179 BW zal in dat geval op basis van dit artikel (voor de bedrijfsmatige gebruiker artikel 6:181 BW) voor de daaruit voortvloeiende schade aansprakelijk zijn.