
In welke gevallen heeft een benadeelde recht op smartengeld?
Artikel 6:96 BW en
Artikel 6:106 BW
Uitwerking
Iemand die letsel heeft opgelopen waarvoor een ander aansprakelijk is, heeft recht op vergoeding van vermogensschade en ander nadeel. Met ander nadeel wordt immateriële schade bedoeld. De vergoeding die wordt uitgekeerd om immateriële schade te vergoeden heet smartengeld.
Factoren die van belang zijn bij het vaststellen van smartengeld zijn het soort letsel, leeftijd, geslacht, of er sprake is van blijvende gevolgen (littekens/beperkingen), maar ook het soort ongeval dat heeft plaatsgevonden.
Er worden drie categorieën genoemd in artikel 6:106 Burgerlijk Wetboek om de redelijkheid van de schadevergoeding onder te verdelen:
A. Wanneer de aansprakelijke persoon het doel had om iemand immateriële schade toe te brengen. Dit is de zwaarste vorm van opzet waarbij het gaat om handelen dat gericht is op het kwetsen van een ander zoals bijvoorbeeld het plaatsen van een fictief overlijdensbericht, telefoon/online terreur of het opzettelijk beschadigen van zaken met grote emotionele waarde.
B. Bij letsel, aantasting in de eer/goede naam of aantasting op een andere wijze waarbij iemand in zijn persoon is aangetast. Lichamelijk letsel is in de praktijk veruit de belangrijkste categorie en die het vaakst voorkomt.
C. De aantasting van de eer en goede naam van een overledene. Eventueel zouden een echtgenoot, geregistreerde partner en bloedverwanten tot in de tweede graad recht kunnen hebben op smartengeld wanneer hiervan sprake is.
Geestelijk letsel wordt bij smartengeld niet specifiek benoemd. De psychische schade als gevolg van een ongeval (waarbij ook lichamelijk letsel is opgelopen) wordt meegenomen in de beoordeling van het smartengeld als gevolg van lichamelijk letsel. Een rechter gaat pas uit van geestelijk letsel wanneer vastgesteld is dat iemand een in de psychiatrie erkend ziektebeeld heeft. Wanneer hiervan sprake is kan dit vallen onder aantasting van de persoon ‘op andere wijze' (categorie B).
Samenvatting
Deel dit artikel

WIBON

Wanneer is voldaan aan het causaal verband-vereiste bij onrechtmatig gebleken besluiten?

Doorzendplicht bestuursorgaan

Kostenbeschikking
Verjaring in het verzekeringsrecht
Het recht op een uitkering van de verzekeraar verjaart drie jaar nadat u bent aangesproken.