
De Wet toekomst pensioenen (Wtp)
Voor werkgevers
Wat verandert er met de Wtp?
Dit verandert wel
- Voor pensioenopbouw in de nieuwe pensioenregelingen per 1 juli 2023 geldt een leeftijdsonafhankelijke premie.
- Het nabestaandenpensioen wordt berekend over het actuele salaris en niet meer op basis van dienstjaren.
- Voor alle pensioenregelingen geldt vanaf 1 januari 2024 een toetredingsleeftijd van 18 jaar.
- Als een deelnemer uit dienst gaat, loopt het partnerpensioen verplicht nog 3 maanden door. Overlijdt hij in die periode? Dan krijgen de nabestaanden hetzelfde nabestaandenpensioen als tijdens het dienstverband. Na die 3 maanden kan de deelnemer het nabestaandenpensioen vrijwillig voortzetten. De premie daarvoor betaalt hij uit het opgebouwde pensioenkapitaal.
- Pensioenkapitaal dat na het overlijden van (gewezen) deelnemers vrijvalt, gaat naar het winstdelingsdepot. Dit geld gebruiken we om het pensioenkapitaal van iedereen die bij ons pensioen opbouwt of heeft opgebouwd in een pensioenregeling die onder de Wtp valt, 1 keer per jaar te verhogen. We noemen dit de bonus bij leven. Het geld in het winstdelingsdepot wordt door ons belegd.
Dit verandert niet
- De pensioenregelingen van Centraal Beheer PPI zijn beschikbare premieregelingen.
- We blijven individueel beleggen voor de deelnemer, die de keuze behoudt uit meerdere Lifecycles.
Waarom is er een nieuw pensioenstelsel?

Onze samenleving verandert. We worden steeds ouder en wisselen vaker van baan. De overheid, vakbonden, werkgeversorganisaties en pensioenuitvoerders zien dat de huidige regels niet meer goed passen bij deze tijd. Daarom zijn er nieuwe pensioenregels nodig.
Tijdlijn
De nieuwe Wet toekomst pensioenen is ingegaan.
Dit is de overgangsfase. In deze periode moet je als werkgever over naar een nieuwe pensioenregeling. Uiterlijk 1 oktober 2027 lever je een transitieplan aan. Hierin staat onder meer hoe de pensioenregeling eruit gaat zien. En wat dat betekent voor de deelnemers. Eerder aanleveren is beter, dan weet je zeker dat alles op tijd klaar is. Welke transitiedatum je ook kiest, lever altijd 3 maanden van tevoren een transitieplan aan.
Let op: Kies je voor eerbiedigende werking? Dan is een transitieplan niet van toepassing.
Wanneer moet je jouw pensioenregeling aanpassen?
De transitieperiode tot 1 januari 2028 lijkt lang, maar dat is het niet. Je moet verschillende keuzes maken voor het inrichten van de nieuwe pensioenregeling. Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Met het wijzigen van de pensioenregeling zul je ook de ondernemingsraad of personeels-vertegenwoordiging en werknemers moeten betrekken.
Wil je meer weten?
Kijk dan eens op ‘werkenaanonspensioen’, een speciale website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hier lees je meer over het vernieuwde pensioenstelsel.
Jij bepaalt wanneer de pensioenregeling wijzigt

En hoe deze eruit komt te zien. Een ding is zeker, op 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen voldoen aan de nieuwe regels.
Wil je meer informatie over de overgang naar de Wtp?
Bespreek de wensen met jouw pensioenadviseur. Of stel je vragen aan jouw accountmanager bij Centraal Beheer PPI. Wij helpen je hier graag bij!
Wat verandert er nog meer?
Deelnemers begeleiden bij pensioenkeuzes
Wij moeten als pensioenuitvoerder de deelnemers beter begeleiden in het maken van pensioenkeuzes, ook wel keuzebegeleiding genoemd. Dit moet deelnemers stimuleren om in actie te komen.
Veelgestelde vragen
Nog maar 1 soort regeling namelijk de ‘premieregeling’
De Wtp beschouwt de premieregeling als de standaard. Bij Centraal Beheer PPI voeren we alleen maar premieregelingen.
Leeftijdsonafhankelijke premie
Met de komst van de Wtp is een vlakke premie het uitgangspunt voor de pensioenopbouw. De premie is niet meer afhankelijk van de leeftijd van de deelnemer.
Werkgevers kunnen ervoor kiezen om een leeftijdsafhankelijke staffel onder voorwaarden voort te zetten of over te gaan naar een leeftijdsonafhankelijke opbouwpremie.
Hoogte van het nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen wordt berekend over het actuele salaris (zonder rekening te houden met de toekomstige AOW) en niet meer op basis van dienstjaren. Dat voorkomt een gat in de nabestaandendekking bij het wisselen van baan. Tijdens actief dienstverband is het partnerpensioen maximaal 50% van het salaris (wezenpensioen 20%, met verdubbeling bij volle wezen).
Standaard partnerdefinitie voor alle pensioenuitvoerders
Om te voorkomen dat de partner in de ene regeling wel dekking heeft en bijvoorbeeld bij het wisselen van baan in de andere regeling er geen dekking is, wordt de partnerdefinitie geüniformeerd. In de kern gaat het om gehuwden, geregistreerde partners, partners met een notarieel samenlevingscontract en samenwonenden die ten minste zes maanden samenwonen en een gezamenlijke huishouding voeren.
Standaardisering wezenpensioen
Het wezenpensioen betreft een tijdelijke uitkering. De uitkering wezenpensioen wordt aangepast naar een vaste eindleeftijd van 25 jaar.
Uiterlijk 1 januari 2028 introduceert de werkgever voor nieuwe werknemers een pensioenregeling met een vlakke premie. Hij kan dan voor werknemers die al in dienst waren, de stijgende premie in stand houden.
Ook ná 2028.
Als je voor al je werknemers overstapt naar het vernieuwde pensioenstelsel met een vlakke premie – dus geen gebruik maakt van de eerbiedigende werking - leidt dit tot een compensatievraagstuk.
In de Wet toekomst pensioenen is opgenomen dat groepen werknemers die nadeel ondervinden van de transitie naar het vernieuwde pensioenstelsel omdat hun (toekomstige) pensioenpremie daalt, adequaat gecompenseerd moeten worden. Naar verwachting gaat het vooral om de groep werknemers in de leeftijdscategorie 40 tot 55 jaar.
Je kunt op twee manieren compenseren:
- Door extra pensioenpremie toe te kennen. Via Centraal Beheer PPI is dit niet mogelijk.
- Door extra salaris toe te kennen
Of u nou kiest voor transitie of voor eerbiedigende werking: er zijn waarschijnlijk deelnemers waarvoor in de nieuwe regeling minder nabestaandenpensioen verzekerd wordt dan in de oude pensioenregeling. U kunt ervoor kiezen deze deelnemers te compenseren. U verzekert dan voor de betreffende deelnemers een individueel bepaald, extra percentage van het salaris zolang deze deelnemers in dienst zijn. Vraag bij uw adviseur hoe dit in zijn werk gaat.
Let op: het extra nabestaandenpensioen maakt niet exact het verschil goed tussen het oude en het nieuwe nabestaandenpensioen. Doordat het extra nabestaandenpensioen eenmalig op de omzettingsdatum als percentage van het pensioengevend salaris wordt vastgesteld, zal het extra nabestaandenpensioen bij toekomstige wijzigingen van salaris en parttimepercentage meer of minder bedragen dan het verschil tussen het nabestaandenpensioen in de oude pensioenregeling en dat in de nieuwe regeling.
Als het nabestaandenpensioen wordt omgezet, wordt voor elke deelnemer een compensatie berekend als een percentage van het salaris op dat moment. Daardoor kunnen deelnemers met een vergelijkbaar salaris in de toekomst toch een verschillend nabestaandenpensioen krijgen. Dit komt doordat de hoogte van de compensatie afhangt van het salaris en de diensttijd vlak vóór de overgang.
Wij moeten als pensioenuitvoerder deelnemers begeleiden bij het maken van keuzes binnen de pensioenregeling. Begeleiden is meer dan communiceren en informeren, maar minder dan adviseren volgens de Wet financieel toezicht (Wft).
Wij informeren jouw werknemers zodra je de pensioenregeling aanpast. Dit doen we uiteraard in overleg met jou.