Pensioen via je werkgever

Het risico en rendement van de beleggingsportefeuille stemmen we af op de leeftijd van de deelnemer. Is de pensioendatum nog ver weg? Dan richten we de beleggingen op de kans op een snelle groei van het pensioenkapitaal. Komt de deelnemer dichter bij zijn pensioendatum dan bouwen we meer zekerheid in. Zo beperken we het risico en heeft hij toch kans op rendement.
Op zijn pensioendatum kiest de deelnemer voor een vaste of een variabele pensioenuitkering. Wil hij een variabele uitkering? Dan kan hij zijn beleggingen hier op afstemmen door te kiezen voor Lifecycle Variabel Pensioen.
Deze premie storten wij op de beleggingsrekeningen van de werknemers, ‘de deelnemers’ in de pensioenregeling. Deze beleggingsrekeningen beheren wij, Centraal Beheer PPI.
Zo’n portefeuille is een verzameling van fondsen. De samenstelling van die fondsen is afgestemd op de leeftijd van de deelnemer. Hier hoeft hij niets voor te doen.
Dit kan een variabele uitkering zijn bij Centraal Beheer PPI of een vaste of variabele uitkering bij een andere aanbieder.
We verdelen de beleggingen van de deelnemer over 3 risicocategorieën. Iedere categorie heeft een eigen doelstelling:
Wij beleggen het pensioenkapitaal vooral in beleggingsfondsen met internationaal gespreide aandelen. Aandelen kennen een hoger risico, maar ook een grotere kans op een aantrekkelijk rendement.
Als de deelnemer dichter bij zijn pensioendatum komt, bouwen we het beleggingsrisico af. De beleggingen met een hoger risico ruilen we stapsgewijs in voor beleggingen met een lager risico. Hiermee beginnen we 15 jaar voor zijn pensioendatum.
Als de deelnemer nog een stapje dichter bij zijn pensioendatum is, verkleinen we ook de invloed van een veranderende rente op de hoogte van het aan te kopen pensioen. De hoogte van het pensioen is sterk afhankelijk van de hoogte van de rente. Naarmate de rente hoger staat op pensioendatum, kan een hoger pensioen worden aangekocht. Als de rente vóór pensioendatum daalt, kan dus een lager pensioen worden aangekocht.
Naast de risicocategorieën kiest de deelnemer zelf zijn beleggingsprofiel: neutraal – offensief – defensief. Maakt hij geen keuze dan beleggen wij standaard volgens het neutrale beleggingsprofiel. Ieder jaar brengen we de beleggingsportefeuille weer in balans. Dat geldt voor alle 3 de beleggingsprofielen.
De beleggingen met een hoger risico ruilen we dan stapsgewijs in voor beleggingen met een lager risico. Vanaf 8 jaar voor pensioendatum bouwen we ook het renterisico af. Dan ruilen we beleggingen met een hoog risico én met een laag risico in voor (langlopende) obligaties. Op zijn pensioendatum belegt de deelnemer dan 80% in renterisico reductie en 20% in laag risico.
Door defensiever te beleggen dan de standaard verdeling, loopt de deelnemer minder risico met zijn beleggingen. Maar hij heeft dan een grotere kans op een gemiddeld lager rendement. Belegt hij offensiever dan is het beleggingsrisico hoger. Dan heeft hij juist een grotere kans op een gemiddeld hoger rendement.
Tot 15 jaar voor pensioendatum | Defensief | Neutraal | Offensief |
---|---|---|---|
Hoog risico | 90% | 90% | 95% |
Laag risico | 10% | 10% | 5% |
Renterisico reductie | 0% | 0% | 0 |
Op pensioendatum | Defensief | Neutraal | Offensief |
---|---|---|---|
Hoog risico | 0% | 10% | 20% |
Laag risico | 20% | 10% | 10% |
Renterisico reductie | 80% | 80% | 70% |
De lifecycle beleggingsportefeuille bestaat uit maximaal 3 beleggingscategorieën en maximaal vier beleggingsfondsen. De samenstelling is afgestemd op de pensioendatum van de deelnemer. In onderstaande tabel zie je hoe de portefeuilles zijn samengesteld:
NL0015001DJ2
NL0015001DH6
NL0015001DH6
NL0015001DM6
Wij bieden vijftien jaar voor pensioendatum ook de mogelijkheid om te kiezen voor een Lifecycle Variabel Pensioen. Deze lifecycle is bedoeld voor deelnemers die van plan zijn om bij pensionering te kiezen voor een variabele pensioenuitkering. De samenstelling van de lifecycle eindigt op pensioenleeftijd met de beleggingssamenstelling van onze Variabel Pensioen uitkering. Deelnemers kunnen in hun pensioenportaal kiezen voor deze lifecycle via het doorlopen van een checklist.
De deelnemer betaalt beleggingskosten die we inhouden op zijn pensioenkapitaal. Deze kosten bestaan uit:
De lopende kosten die beleggingsfondsen maken voor het beheren, bewaren, registreren en administreren van het beleggingsfonds. De percentages worden ingehouden op de waarde die is belegd in het fonds. Dit wordt verrekend met het rendement van het fonds en is dus niet afzonderlijk zichtbaar. De fondskosten zijn ook terug te vinden in het pensioenreglement.
Deze betaalt de deelnemer jaarlijks aan Centraal Beheer PPI. Het is een percentage van het belegd vermogen per jaar. De hoogte is terug te vinden in het pensioenreglement.
De fondskosten zijn gemiddeld over de hele beleggingshorizon circa 0,13% van het belegd vermogen per jaar. Samen met de beheerkosten komen de totale beleggingskosten op circa 0,3% van het belegd vermogen per jaar.
Wij beleggen de pensioenkapitalen van onze deelnemers met als doel om een zo goed mogelijk pensioen te bereiken. Dit doen wij op verantwoorde wijze, met respect voor mens en natuur. Daarom bestaan onze lifecycle beleggingsportefeuilles uitsluitend uit beleggingsfondsen die voldoen aan de ESG-criteria. En wij gaan een stap verder.