5 inbraakpreventie tips:
Ga je een paar dagen weg? Ga dan voor vertrek eens voor je huis staan. Kan iemand zien dat je weg bent? Zorg er dan voor dat het lijkt alsof je gewoon thuis bent. Bijvoorbeeld:
- Laat je buren hun 2e auto op uw oprit of voor je huis parkeren.
- Zet een koffiekopje op tafel of laat een krant liggen.
- Laat iemand regelmatig je brievenbus leegmaken of de post van je deurmat oppakken.
- Zorg voor een tijdschakelaar zodat er 's avonds altijd een lamp binnen aan is.
- Vraag je buren om regelmatig je gordijnen open en dicht te doen.
Meestal gaan inbrekers voor een snelle buit. Hoe langer ze bezig zijn om binnen te komen, hoe groter de kans dat ze het opgeven. Maak het ze daarom lastiger om binnen te komen.
- Doe altijd al je ramen en deuren dicht als u weggaat. Ook als je maar even weg bent.
- Zelfs het kleine badkamerraam is niet te klein voor een inbreker.
- Zorg voor sloten die voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Je herkent zo'n slot aan het SKG-logo (Stichting Kwaliteit Gevelbouw).
- Heb je een schuifpui? Plaats dan een balkje aan de binnenkant op de rails tussen de deurpost en de schuifpui. De pui kan dan minder makkelijk van buitenaf open.
- Zorg dat een inbreker niet makkelijk met hulpmiddelen bij dat openstaande badkamerraam kan komen. Zet je ladder in de schuur en maak je vuilnisbak vast in je tuin.
Inbrekers hebben niet veel nodig om binnen te komen. Maak het ze daarom niet té makkelijk.
- Laat geen sleutels aan de binnenkant van de deur zitten. Even een raampje intikken en de inbreker is binnen.
- Inbrekers kennen ook de 'geheime' plekjes onder de deurmat of achter de bloempot. Verstop daar dus geen sleutel.
- Hang geen adreslabel aan uw sleutelbos. Bij verlies of diefstal weet een inbreker direct waar je woont.
- Heb je een nieuwe televisie gekocht? Zet de doos dan niet bij het huisvuil op de stoep. Anders weet een inbreker direct wat er te halen valt.