UWV bepaalt de mate van arbeidsongeschiktheid en restverdiencapaciteit
Meer over een WIA-verzekering
Bekijk WIA-verzekering
Na 2 jaar ziekte is de medewerker voor zijn inkomen aangewezen op de wettelijke WIA-uitkering. De mate van arbeidsongeschiktheid bepaalt de uitkering.
De WIA heeft voor 4 situaties regels gemaakt. Een arbeidsongeschikte medewerker heeft te maken met 1 van deze situaties.
Voor deze medewerker geldt de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Hoe meer uw medewerker benut van zijn restverdiencapaciteit, hoe hoger zijn inkomen.
Uw medewerker krijgt eerst een WGA-loongerelateerde uitkering
De hoogte van de uitkering is in de eerste 2 maanden 75%, daarna 70% tot maximaal de WIA-loongrens. De periode van deze uitkering hangt af van het aantal jaren dat uw medewerker gewerkt heeft. De uitkeringsperiode is minimaal 3 maanden en maximaal 24 maanden.
Daarna een WGA-loonaanvullingsuitkering bij 50% of meer restverdiencapaciteit
Benut uw medewerker 50% of meer van zijn restverdiencapaciteit? Dan krijgt uw medewerker vanuit UWV een WGA-loonaanvullingsuitkering.
Of een WGA-vervolguitkering bij minder dan 50% benutting van de restverdiencapaciteit
Benut uw medewerker minder dan 50% van zijn restverdiencapaciteit? Dan krijgt uw medewerker vanuit UWV een WGA-vervolguitkering op basis van het minimumloon. En niet op basis van zijn of haar laatste inkomen. Het totale inkomen kan hierdoor flink dalen.
Uw medewerker krijgt in deze situatie 75% van zijn of haar laatste inkomen tot de WIA-loongrens. Dit is een uitkering volgens de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA).
Geschreven door:
Redactie6 minuten
3 minuten
3 minuten