Kinderen in de auto
De regels en uitzonderingen op een rij
Welk stoeltje past nu het best bij uw kind? Dat is afhankelijk van de leeftijd, de lengte en het gewicht. Een baby hoort in een babyautostoel, het liefst tegen de rijrichting in geplaatst. Dit is veiliger. Vanaf ongeveer 1,5 jaar mogen ze in een peuterautostoel en kijken ze vooruit. Zet kinderen op de juiste manier in de stoel als u uw kind(eren) in de auto vervoert. Zorg ervoor dat u het autostoeltje installeert volgens de handleiding. Let er ook op dat gordels vastgeklikt zijn en niet gedraaid of volgens de verkeerde route bevestigd zijn.
Vanaf 1,35 meter is een autostoeltje niet meer verplicht. Uw kind is dan meestal 8 tot 9 jaar oud. Check wel of de gordels goed passen, in auto’s met een diepe achterbank is dat niet altijd het geval. Dan is het verstandig om nog even een zittingverhoger te blijven gebruiken als uw kind in de auto meegaat.
Kinderen mogen voorin de auto zitten in een passende autostoel. Zorg er wel voor dat bij kinderen tot 12 jaar de airbag is uitgeschakeld. Bij een aanrijding gaan airbags namelijk met grote kracht open. Hierdoor kan het kind gewond raken. Kunt u de airbag niet uitschakelen? Zet uw kind dan achterin de auto.
Soms mogen kinderen zónder autostoeltje of zittingverhoger toch mee in de auto. Bijvoorbeeld bij sportwedstrijden en verjaardagspartijtjes. De volgende uitzonderingen gelden alleen voor kinderen ouder dan 3 jaar. Onder de 3 jaar moeten kinderen altijd in een passende autostoel vervoerd worden.
In uw eigen auto
- Op de achterbank zijn al 2 kinderstoeltjes of zittingverhogers in gebruik en er is geen plek voor een 3e.
- De driepuntsgordel moet helemaal om. Dus niet alleen de heupgordel met het schuine gedeelte achter de rug.
- Kinderen kleiner dan 1,35 meter zitten alleen achterin, niet voorin.
In een andere auto, dus niet van de eigen ouder
- Voor een enkele keer. Wekelijks naar zwemles hoort daar dus niet bij.
- Kinderen kleiner dan 1,35 meter zitten achterin, met de gordel om.
- Voor kort ritjes, dus geen lange vakantiereis.
- De aanwezige stoeltjes en zittingverhogers zijn allemaal in gebruik.
In een taxi
- De taxi heeft een blauw nummerbord.
- Er is geen stoeltje of zittingverhoger aanwezig.
- Kinderen kleiner dan 1,35 meter zitten achterin, met de gordel om.
